Geboorte en loslaten

Ammy van BedafGeen categorie

Geboorte en loslaten

Geen enkel kind komt helemaal onbeschadigd uit de jeugd, al is het maar omdat niet altijd aan diens behoeften kan worden voldaan. Het ene kind komt meer of minder beschadigd uit de jeugd dan het andere kind. Rondom jouw geboorte kunnen aspecten hebben gespeeld waar je geen weet van had, maar die wel degelijk een rol speelden. 

De ervaring of beleving een gelukkige jeugd te hebben gehad, kan samengaan met een emotioneel gezonde jeugd, juist ook omdat men geen weet heeft van wat men gemist heeft.

Mensen die niet een alcoholische ouder hebben gehad, die niet geslagen en niet seksueel misbruikt zijn en waar geen klappen zijn gevallen, kunnen een gelukkige jeugd hebben ervaren, terwijl ze tegelijkertijd geen aandacht/waardering/erkenning en bevestiging hebben gehad (affectief verwaarloosd zijn), of de emotionele voeding niet van de ouders naar het kind maar van het kind naar de ouders ging (emotioneel misbruikt zijn), of waar psychisch geweld is geweest (geestelijke mishandeling).

Deze beschadigingen zijn niet zichtbaar. Ook het verwend zijn of het zijn van een papaskindje of mamaskindje of papa’s prinsesje of mama’s prinsje kan geestelijke mishandeling en/of emotioneel misbruik zijn.

Als  iemand later een lieve partner heeft, gezonde kinderen en een mooi huis, en men is desondanks niet gelukkig, of men is depressief of burn-out is, is er toch iets aan de hand (geweest).

Volgen nu voorbeelden van aspecten die een rol hebben gespeeld rondom iemands geboorte. Voor en na de geboorte kunnen gebeurtenissen een rol hebben gespeeld en spelen, waar je als kind part noch deel aan hebt, maar die wel jouw leven kunnen beïnvloeden. Hieronder geef ik een paar concrete voorbeelden. Het geeft het verschil aan tussen het hebben van een verwekker, het hebben van een ouder, het hebben van een opvoeder of het hebben van een liefhebbende opvoedende ouder.

Je geboorte is het gevolg geweest van een ongelukje.

Je geboorte is het gevolg geweest van verkrachting of incest.

Het trouwen van je ouders was een ‘moetje’.  “Dat ik een moetje was, heeft mijn moeder me verteld toen ik zo rond de tien jaar was. Ik kan me niet meer herinneren hoe me dat verteld is, ook niet meer waar dat geweest is of hoe ik toen reageerde en wat dat toen met me deed en wat ik daarna ben gaan doen. Ik vroeg me wel eens af of ik wel de moeite waard was.”

“Mijn vader wilde liever een zoon.” Dit mag hij gewild hebben; wat niet hoort is dat jij dat weet, want dat geeft je onbewust het gevoel dat je niet gewenst bent. Dit had jouw moeder jou niet mogen vertellen.

“Mijn moeder vertelde dat mijn vader alleen een zoon wilde, want dan kon die mee naar voetballen. Ik ben ook op voetbal gegaan. Ik  heb hem eigenlijk nooit gezien, hij was altijd druk met anderen.”

“Toen ik drie maanden was, is mijn moeder in een psychiatrische inrichting opgenomen. Het zou nu waarschijnlijk een postnatale depressie worden genoemd.”

“Volgens mijn moeder stootte ik haar af, was ik geen knuffelkind.” Hoe kan ze dat zeggen, terwijl ze zelf een postnatale depressie heeft gehad. Ze heeft jou emotioneel afgestoten door haar postnatale depressie. Het is dus andersom dan wat ze jou wil laten geloven. Geen enkel kind stoot uit zichzelf zijn moeder af. We worden zelfs geboren met een onvoorwaardelijke loyaliteit naar onze ouders, waar jij tot op de dag van vandaag nog steeds tegenaan loopt. Doordat je niet emotioneel los bent gekomen van je moeder, heb je nog steeds medelijden met haar. Het is onzin dat jij ‘geen knuffelkind was’ en dat jij haar ‘afstootte’. Naar mijn mening haar haar postnatale depressie iets met háár jeugd te maken, iets wat jouw moeder niet heeft verwerkt vanuit haar jeugd.

“Mijn vader liet mijn moeder en mij nog voor de geboorte in de steek. Later heb ik  hem opgezocht, ik wilde antwoorden, maar die kreeg ik niet. Hij zei dat ik geld van hem wilde, wat helemaal niet het geval was. Zijn tweede vrouw wist niet van mijn bestaan. Hij zou me terugbellen. Op een gegeven moment wist ik dat hij niet meer zou bellen.”

“Mijn moeder heeft me wel eens verteld dat mijn vader heeft gezegd: ‘Waren we maar met z’n tweeën’.” Hiermee geeft je vader aan dat hij eigenlijk geen kinderen heeft gewild. In feite wordt door jouw vader gezegd dat je er beter niet had kunnen zijn wat hem betreft. Jouw moeder had jou dit niet mogen zeggen. De zogenaamde vertrouwelijkheid die jouw moeder op zo’n moment met jou aangaat, is misplaatst en emotioneel misbruik.

“Mijn moeder heeft een paar keer tegen mij gezegd dat ze jaloers op me was omdat ik geen kinderen had. Ik had er altijd zo’n raar en naar gevoel bij als ze dat zei.” Jouw rare en nare gevoel is terecht, want in feite geeft ze aan dat ze spijt heeft dat ze zelf kinderen heeft.

Kortom: Ook als je niet seksueel bent misbruikt en niet geslagen bent en als geen van je ouders drinkt, kun je  aandacht en liefde tekort zijn gekomen, kun je psychisch zijn mishandeld en kunnen er spanningen en angst zijn geweest en kun je medelijden hebben (gehad) met (een van) je ouders. Dergelijke aspecten vergroten de kans op een burn-out, een depressie of een (relatie)verslaving aanzienlijk. Onbewust en onbedoeld hou je de patronen van vroeger nu nog zelf in stand. Door die patronen van vroeger te doorbreken, kun je alsnog jezelf emotioneel opvoeden, de bevestiging uit jezelf halen en een voldoening gevend leven leiden en een evenwichtige en gelijkwaardige relatie aangaan.

Als je je vicieuze cirkel wilt doorbreken, je belemmeringen wilt loslaten of alsnog je volledige ontwikkelingspotentieel wilt aanboren, ben je bij mij aan het juiste adres, want ik kan je daarmee helpen door middel van een Eendaagse Coaching.