Gewijzigd op 17 maart 2020 door Ammy van Bedaf
Conflict: 3 Gouden Woorden voor het loslaten van een conflict
Wat is de grote veroorzaker van een conflict? Een van de grootste veroorzakers van machtsconflicten is dat de partners, zonder dat ze het door hebben, in een ongelijkwaardig rollenpatroon zitten.
Dit kan bijvoorbeeld een Ouder-Kind patroon zijn. Daar waar de ene partner alles zit te organiseren voor de andere partner, creëert de ene partner een afhankelijke partner, wat later weer zo verafschuwd wordt in de ander.
Of er ontstaat een Redderrol, waarbij de ene partner de andere partner wil redden van diens verslaving, van diens ex-partner, van diens emotionele onbereikbaarheid, van diens narcisme, bipolaire stoornis of van welke diagnose ook. De ene partij lijkt de zwakkere partij en de andere lijkt de sterkere partij. Beide partijen hebben echter elkaar nodig voor het kunnen afspelen van hun rollen van vroeger. Hun rollen komen voort uit de patronen tijdens de jeugd.
Hoe ontstaan dergelijke ongelijkwaardige rollenpatronen? De voedingsbron daarvan zit in je jeugd. De oorzaken kunnen divers zijn. Zo kan men in de jeugd emotioneel misbruikt zijn, of te veel verantwoordelijkheid hebben gekregen, of de ouder hebben willen redden/helpen/verzorgen, of men is onderdeel geweest van een machtconflict tussen de ouders, of men nam de plaats in van een weggevallen of afwezige ouder, of de kinderen werden tegen elkaar uitgespeeld, en dergelijke. Dergelijke patronen zijn emotioneel niet gezond en men herhaalt deze patronen in relaties, tot men er inzicht in krijgt en weet wat te doen om het tij te keren.
Waarom voelen we ineens die ergernis of boosheid, alsof we geraakt worden door een bliksemflits? En waarom komen we zelf niet op ‘geweldloze communicatie’ zoals het stellen van open vragen, waar in het vorige blogartikel voorbeelden van staan? Dat we op bepaalde momenten niet op een dergelijke positieve en geweldloze communicatie komen, is omdat we geraakt zijn in onze boosheid van vroeger. Toen konden, mochten of durfden we niet boos te zijn, terwijl er wel redenen voor waren. Onze boosheid van nu komt uit onze onmacht van vroeger. Toen hadden we nog niet de vaardigheden die nodig zijn om een potentieel conflict te voorkomen. En je hebt die vaardigheden nadien nog niet kunnen ontwikkelen. Vandaar dat je nu vanuit je onmacht weer boos wordt.
Wat doet die onmacht met ons? Vanuit onze onmacht klappen we dicht, voelen we ons als verlamd, of ontstaat er een enorme boosheid, of willen we gaan slaan en gooien met voorwerpen, of slaan of bedreigen we de ander.
Waar ligt de oorzaak van een machtsconflict? De oorzaak van een machtsconflict ligt in de jeugd van beide partners. Voor een machtsstrijd zijn minimaal twee personen nodig. Als een van beiden zich aan de machtsstrijd onttrekt, is er geen conflict. Het probleem is dat geen van beide partners zich aan het machtsconflict kan onttrekken.
Hoe ligt de oorzaak in de eigen jeugd? Het conflict lijkt over iets van nu te gaan, maar dat is niet zo. Het wordt uitgevochten over iets in het heden. De weggestopte boosheid van vroeger wordt dan getriggerd door iets in het heden en dat kan een futiliteit zijn. Wat er in feite aan de hand is, is dat jij en je partner, ieder voor zich, de strijd die vroeger niet tegen de eigen ouders kon worden gestreden, aan het voeren is met je partner.
Waarom is een dergelijk conflict zo hardnekkig? Een dergelijk conflict is zo hardnekkig omdat geen verlies wordt geaccepteerd, door geen van beiden. Er zal en moet gewonnen worden; je zult gelijk krijgen van de ander. Vroeger kon je dit natuurlijk niet tegenover je ouders; dat maakt dat je het onbewust nú wel in jouw voordeel zult beslechten. Wat je in feite aan het doen bent, is je patronen van vroeger, vanuit je onmacht, aan het bevestigen tegenover je partner. Machtsconflicten zijn conflicten uit onmacht van beide partijen.
Wie heeft er dan gelijk? Het gekke is dat het daar niet over gaat. Ook als je van de ander oprecht gelijk krijgt, is de angel niet uit de pijn, want er zal weer over iets anders een machtsstrijd ontstaan.
Hoe kun je uit een machtsstrijd stappen?
– niet meer je Eigen Gelijk door de ander bevestigd hoeven zien, maar genoeg hebben aan je Eigen Gelijk;
– je niet verantwoordelijk voelen voor de consequenties dat je niet gelijk krijgt van de ander. Hier zit hem de pijn vanuit de Ouderrol en de Redderrol, omdat je je verantwoordelijk voelt voor het resultaat;
– alleen gevraagd advies geven. Je zult zien dat veel ‘advies’ wegvalt;
– zo veel mogelijk open vragen leren stellen. Dit is naar mijn mening de op één na belangrijkste communicatieve vaardigheid.
– onvoorwaardelijk naar de ander luisteren. Dit is naar mijn mening de beste communicatieve vaardigheid. Je hoeft het niet met de ander eens te zijn. Ook als je het niet met de ander eens bent, is het niet nodig om er tegen in te gaan. Dat je niets zegt, betekent niet automatisch dat je het met de ander eens bent. Een “Ik kijk er anders naar” is voldoende. Dat je niet hoeft te reageren, maakt dat alleen luisteren de belangrijkste communicatieve vaardigheid is, want het geeft je enorm veel informatie over de ander.
– je hoeft het niet eens of oneens te zijn met wat de ander zegt. Het is niet meer dan diens mening. Vaak wordt een mening dan ook met een feit verward, zowel door de verteller als door de ontvanger.
Als je een onredelijk verwijt krijgt of een onredelijke vraag of een vraag waarvan je niet weet hoe je daar mee om moet gaan, zou je kunnen zeggen: “Ik ga er over nadenken.” Als de ander doorgaat, zou je kunnen blijven volhouden: “Ik ga er over nadenken.” Wat je daarnaast of anders ook zegt: de ander zal het aangrijpen om door te gaan met het conflict. Pas als je jezelf uit het machtsconflict haalt, zal het conflict uiteindelijk doven, anders niet. Je hóeft namelijk niets te zeggen, ook niet als de ander doorgaat. Je staat nu niet meer tegenover je ouders bij wie je vroeger verantwoording af moest leggen. Realiseer je dat alles wat je méér zegt dan “Ik ga er over nadenken”, weer olie op het vuur gooit. Bijvoorbeeld: “Ik hoef jou geen verantwoording af te leggen.” Dat dénk je gewoon en je zegt dan alleen “Ik ga er over nadenken.”
De drie gouden woorden die iedereen eigenlijk altijd paraat zou moeten hebben en die de ander het wapen uit de hand slaat is: “WAT BEDOEL JE?” Je zult merken dat je mensen hiermee van hun propos haalt, ten eerste omdat ze niet een dergelijke open (!) vraag verwachten en ten tweede omdat ze nu inhoud aan hun woorden moeten geven: ze moeten hun woorden beargumenteren. Dan merk je dat ze het óf niet kunnen en geen argumenten hebben, óf dat het daarna wel over de inhoud gaat. Ga er maar eens mee oefenen en luister dan onvoorwaardelijk naar het antwoord. Probeer er niet op te reageren; in ieder geval niet meteen. Je zult zien hoe moeilijk het is om onvoorwaardelijk te luisteren. Zeg desnoods: “Ik ga er over nadenken.”
Kortom: het is vanuit onze onmacht van vroeger dat we in het heden verlamd of opvliegend reageren. Je kunt uit een machtsstrijd stappen. De moeite die je daar mee hebt, heeft te maken met het herhalen van patronen van vroeger. Vier gouden woorden die je veel zullen bieden zijn: “Wat bedoel je?”
Als je je vicieuze cirkel wilt doorbreken, je belemmeringen wilt loslaten of alsnog je volledige ontwikkelingspotentieel wilt aanboren, ben je bij mij aan het juiste adres, want ik kan je daarmee helpen door middel van een Eendaagse Coaching.