Communicatiepatronen van vroeger loslaten

Ammy van BedafGeen categorie

Gewijzigd op 16 maart 2020 door Ammy van Bedaf

Communicatiepatronen van vroeger loslaten

Communicatiepatronen van vroeger loslaten betreft zowel het afleren van bepaalde patronen van vroeger als het aanleren van andere gedrags- en communicatiepatronen. Het is juist het aanleren van nieuwe communicatiepatronen wat maakt dat het mogelijk is om patronen die al jaren zijn ingesleten, te veranderen.

Het zo maar loslaten en afleren van gedrag is heel moeilijk als je er niet tegelijkertijd nieuw gedrag voor in de plaats leert. Je merkt door het aanleren van nieuwe patronen hoe goed die werken en hoe je je omgeving kunt beïnvloeden in plaats van te blijven proberen je omgeving te veranderen, wat nevernooitniet zal lukken.

Loslaten, en daarom ook verandering, begint bij jezelf. Als je inzicht hebt in je patronen van vroeger, zal blijken dat je een aantal van je vroegere communicatiepatronen kunt veranderen en kunt doorbreken.

Een van de manieren waarop je je patronen van vroeger kunt doorbreken, is door op een andere manier te communiceren. We hebben zelf bijvoorbeeld niet door hoe vaak we gesloten vragen stellen (waar de ander alleen maar met ja of nee op kan antwoorden). We hebben evenmin door dat dit ons in feite controle geeft, want we weten dan vaak zelfs al welk antwoord we verwachten of welk antwoord we wensen te horen: de ja of de nee . We hebben al helemaal niet door dat we het zelfs, onbewust en onbedoeld, dóen omdat we dan meer controle over de situatie hebben.

Het blijkt dat we van een communicatieboodschap vooral het non-verbale gedeelte ontvangen (hoe het gezegd is) en minder het verbale gedeelte (de letterlijke inhoud van de communicatieboodschap, de letterlijke woorden dus).

Het percentage dat genoemd wordt voor het non-verbale gedeelte van een communicatieboodschap verschilt maar varieert van 70 tot 90 procent: van elke opmerking die we maken wordt, wordt dus tussen de 70 en 90 procent de manier waarop het gezegd wordt opgevangen en slechts 10 tot 30 procent wát er letterlijk gezegd wordt.

En juist met dit non-verbale laat je je eigen motieven, drijfveren, beweegredenen, intenties en bedoelingen zien. En deze onbewuste motieven, drijfveren, beweegredenen, intenties en bedoelingen hebben hun voedingsbron in je jeugd.

Zo kan het zijn dat je de indruk hebt dat je met je partner overlegt over de besteding van de gemeenschappelijke vrije (zater)dag als je dat doet in de vorm van: zullen we (dit of dat) doen? En als je partner dat niet leuk vindt, doe je nog een poging en als die vervolgens weer wordt afgewezen, voel je je…. afgewezen.

De vraag zou een heel andere geweest zijn als je het middels een open vraag had gesteld, zoals: “Wat zullen we doen?” en als je het de ander helemaal naar de zin wil maken, zou je kunnen vragen: “Waar zou jij zin in hebben?”

En dan is het de bedoeling dat je daar dan ook in mee gaat, anders zit er voorwaardelijkheid in jouw vraag: je mag het zeggen, maar alleen als het in mijn straatje past. Dan zal de ander zich in de maling genomen voelen. De manier waarop we dingen vragen, geven dus aan hoeveel controlebehoefte we zelf over een situatie willen hebben en proberen te houden.

Je ziet hoe onbewuste communicatiepatronen er voor zorgen dat we niet ons doel bereiken. Als je door hebt dat je communicatiepatronen anders doorwerken en anders overkomen dan jij wilt, kun je die communicatiepatronen ook veranderen en emotioneel gezond maken. 

Ook tussenwoordjes geven aan hoe je echt naar iets kijkt. Een befaamd tussenwoordje is ‘dan’. De vraag: “Hoe doe jij dat?” is een heel andere dan “Hoe doe jij dat dan?” Bij de laatste vraag zit er een ondertoon van weerstand in, bij de eerste vraag oprechte belangstelling in hoe de ander het doet. Als we zelf de boodschap zenden, hebben we dit niet door. De ontvanger daarentegen vangt deze non-verbale boodschap feilloos op en antwoordt op non-verbaal niveau vanuit de verdediging.

Andere tussenwoordjes die een andere betekenis aan de zin geven, zijn bijvoorbeeld: ‘wel’, ‘maar’ en ‘eigenlijk’. Vergelijk ‘Vind je dat leuk? met ‘Vind je dat wel leuk?’. Bij de tweede weet je al hoe de vraagsteller er zelf over denkt. Het woordje ‘maar’ ontkracht volledig datgene wat er vlak aan voorafgaand is gezegd. Ik zelf gebruik het vrijwel niet meer; in plaats daarvan gebruik ik het woordje ‘en’.

En met het woordje ‘eigenlijk’ ontkracht je je hele boodschap. Als iemand zegt: ‘Ik zou eigenlijk nog wel eens een marathon willen lopen’ is de kans dat dit gaat gebeuren, nihil. Met de opmerking: ‘Ik zou de marathon wel willen lopen’ zie ik het ook nog niet gebeuren. Pas als iemand zegt: ‘Ik wil de marathon lopen’ begin ik er vertrouwen in te krijgen dat het een keer gaat gebeuren.

Zo kun je  aan de reactie van de ander merken of en in hoeverre je zelf een oprechte vraag hebt gesteld. Als de ander op de een of andere manier in de verdediging gaat zitten of in een verwijt reageert, heb je zelf, verbaal of non-verbaal, daar redenen voor gegeven. De reactie van de ander geeft je enorm veel informatie over je eigen communicatiepatronen. Het is daarom de beste feedback op je communicatiepatronen die je kunt krijgen.

Je zult dan vanzelf merken dat je, zeker non-verbaal, niet zo open communiceert als je denkt. Ik ga altijd bij mijzelf te rade als iemand anders reageert dan ik verwachtte: wat is er gebeurd en wat betekent dat voor mij? Op deze manier paste ik destijds voortdurend mijn eigen communicatiepatronen aan. 

Andersom kun je ook kijken hoe je zelf op iemand anders reageert. Als je ergernis bij jezelf voelt, kun je bij jezelf leren nagaan waardoor die veroorzaakt werd. Is het wat er werd gezegd? Of de manier waarop het werd gezegd? Als je die aspecten bij een ander herkent, kun je ze ook makkelijker bij jezelf herkennen, te meer omdat je dan ook weet wat het met jou doet/deed. En als je je plezierig bij iemand voelt en geen/nooit afwijzing en dergelijke voelt, geeft dat ook veel informatie over de oprechtheid van de ander.

Wat we al helemaal niet door hebben, zijn de vele malen dat we iemand anders ongevraagd advies geven. Ik vond het zelf schokkend om te merken dat destijds vrijwel al mijn zogenaamde ‘advies’ ongevraagd bleek te zijn. Hoe ik hier achter kwam? Een vrouw maakte mij er een keer, op een heel nette manier want ik voelde geen enkele afwijzing, op attent. Ik wilde het geven van ongevraagd advies loslaten. Ik nam mij toen voor om dat af te leren.

Bij alles wat je wilt afleren, moet je het eerst bij jezelf gaan leren herkennen. Ik moest het daarom eerst bij mezelf herkennen. Omdat ik er alert op was, ging dat me steeds beter af. Ik was verbaasd dat ik zo vaak ongevraagd advies gaf. Er bleef vrijwel geen ‘advies’ meer over. Het je bewust worden van je communicatiepatronen is een enorm krachtig gereedschap in je relatie en in je werk. 

Naderhand, toen ik stopte met het geven van ongevraagd advies, merkte ik dat ik het altijd gedaan had om ook een bepaalde manier van controle te behouden over de situatie waarover ik ongevraagd ‘advies’ meende te moeten geven. Vervolgens kwam het feitelijk afleren. Ik heb er al met al drie maanden over gedaan, vanaf het besluit tot loslaten van het ongevraagde ‘advies’, tot het niet meer geven van ongevraagd ‘advies’. En als je wilt weten wat het jou biedt om ongevraagd ‘advies’ te geven; dat merk je vanzelf als je het ook gaat loslaten. Mocht je je afvragen wat de definitie van ‘ongevraagd advies’ is: advies dat je geeft zonder dat er expliciet om gevraagd werd.

Het klinkt nu allemaal zo logisch, als ik het zo neerzet: geen gesloten maar open vragen stellen, geen ongevraagd advies geven. Toch herkennen betrokkenen het zelf niet als ze dergelijke (gesloten of suggestieve) vragen stellen of dergelijke opmerkingen (bv ongevraagd advies) maken. En als je hen er, ongevraagd, op zou wijzen, krijg je een antwoord als: “Ja, maar zo bedoel ik het niet.” Dan krijg je er nog een dooddoener overheen en ook daar zat je niet op te wachten. We doen er namelijk alles aan om een positief zelfbeeld te behouden, zelfs als we er een draai aan moeten geven. En om het nog ingewikkelder te maken: we herkennen deze aspecten wel bij andere mensen. We kunnen er misschien niet altijd de vinger op leggen, maar weten wel dat het niet goed zit. Als we zelf zo communiceren, herkennen we dat niet.

In feite is onze eigen communicatie en onze eigen gespreksvoering een spiegel van onze ‘ziel’: van datgene wat ons echt bezig houdt, onze echte motieven, beweegredenen, drijfveren, bedoelingen en intenties. En als je die bij jezelf herkent, kun je die beweegredenen, motieven en drijfveren vervolgens ook bij anderen herkennen. Non-verbaal kunnen we namelijk niet ‘liegen’.

Mocht je denken dat alleen jouw reactie (altijd) logisch is, dan ga ik die illusie nu doorprikken. De ander reageert net zo ‘logisch’ als jij doet, namelijk ook vanuit zijn of haar patronen van vroeger. Net zoals jij dus.

Ik stel nu vrijwel alleen nog open vragen en geef alleen gevraagd advies. Ik heb gemerkt hoe dat mijn omgeving en dus mijn leven heeft veranderd.

Ik krijg veel meer voor elkaar en ik krijg veel meer gerealiseerd. Ik denk daarbij altijd goed na wat mijn doel is. En daar pas ik vervolgens mijn strategie op aan. Is mijn doel alsnog te krijgen wat ik wil? Dan kan het zijn dat ik een ander kleiner deel als verlies neem, om dat grotere doel te realiseren. Ik ben het natuurlijk ook niet altijd eens met hoe iemand handelt, maar hou altijd mijn grotere doel in de gaten. Dan kan het soms handiger zijn om iets te negeren, of om er niet meer dan een korte opmerking aan te wijden of, als het wel belangrijk is, om ergens wel degelijk op in te gaan. Dat hangt natuurlijk helemaal van mijn grotere doel af. Soms geef ik mijn grens aan, in een ander geval doe ik een tussenvoorstel en op een ander moment lijkt het me (om een later mogelijk groter doel te behalen) handig om in te binden. Ik doe dit weloverwogen, daarom voel ik me niet onmachtig en heb ik zeer zelden spijt van iets wat ik heb gedaan of nagelaten.

En ook over mijn eigen reactie naar iemand die niet heeft gehandeld zoals ik gewenst of verwacht had, denk ik van te voren goed na, om met de juiste toonzetting en de juiste inhoud (schriftelijk of verbaal) te communiceren. Dat voorkomt dat ik een impulsieve reactie zou geven waar ik naderhand spijt van kan krijgen en waarin ik belangrijke informatie ben vergeten. Zo maak ik vaak eerst een concept, die ik de dag erna nog een keer nalees, de nodige aanpassingen erin doe en dan pas verzend. En, echt waar, het gebeurt zelden dat ik er niet wat aanpassingen in doe, zowel qua toonzetting als wat betreft nog wat extra interessante of belangrijke informatie die ik aanvankelijk was vergeten.

Kortom: als je weloverwogen keuzes wilt maken en weloverwogen besluiten wilt nemen en deze op een open en oprechte manier wilt communiceren, is het nodig om inzicht te hebben in je communicatiepatronen van vroeger. Door middel van je communicatie kun je ook sleutelen aan je gedrag. Ik kan je daarbij helpen. In een dag kan ik je inzicht geven in je communicatiepatronen van vroeger en in de manier waarop je die nu nog, onbewust en onbedoeld, zelf in stand houdt. En bovenal: in hoe je die kunt veranderen in door jou gewenst gedrag.

Als je je vicieuze cirkel wilt doorbreken, je belemmeringen wilt loslaten of alsnog je volledige ontwikkelingspotentieel wilt aanboren, ben je bij mij aan het juiste adres, want ik kan je daarmee helpen door middel van een Eendaagse Coaching.