Cognitieve mishandeling en loslaten

Ammy van BedafKindermishandeling

Cognitieve mishandeling loslaten

Onder kindermishandeling wordt mishandeling van kinderen verstaan. Veronachtzaamd in deze term worden die mensen die nu volwassen zijn en als kind werden mishandeld. Volgens mij zou de definitie dan ook moeten zijn: mishandeling van kinderen en mishandeling van huidige volwassenen toe zij kind waren. Dit blog gaat over cognitieve mishandeling. 

In eerdere blogs heb ik geschreven over

affectieve verwaarlozing,

lichamelijke mishandeling en

psychische/geestelijke mishandeling.

Dit blog gaat over een speciale variant van psychische/geestelijke mishandeling: cognitieve mishandeling. In geval van cognitieve mishandeling werden er aan jouw als kind te hoge eisen gesteld en werd je als kind bijvoorbeeld verplicht meer dan in gezonde hoeveelheid te studeren om beter te presteren. (Door voortschrijdend inzicht ben ik dit later educatieve mishandeling gaan noemen. Wat te onderscheiden is van educatieve verwaarlozing.)

Naast deze variant is mij een andere variant opgevallen, die volgens mij zelfs wel eens vaker zou kunnen voorkomen: dat je destijds niet de opleiding en/of het beroep van je eigen keuze hebt mogen volgen.

In dit concrete voorbeeld komen beide varianten samen:

“Er werden grote verwachtingen op me gelegd, maar er werd niet verteld hoe het moest. Ik probeer veel te bereiken, alleen ik weet niet hoe het moet.” Dat wat je probeert te bereiken is nog steeds de droom van je moeder die ze zelf niet kon realiseren. Je doet dingen die jou niet liggen en waar je niet goed in bent. Hierdoor doe je tegelijkertijd niet de dingen die je wel leuk vindt en waar je wel goed in bent.

Volgen hier meer voorbeelden van het niet mogen doen van de eigen opleidings- en/of beroepskeuze:

“Ik kon me verliezen in de muziek, in Bach, in Chopin. Ik wilde naar het conservatorium  maar dat mocht niet. Ik stopte toen met pianospelen.” Tijdens jouw lagere school bemoeiden jouw ouders zich nauwelijks met je en toen je naar het conservatorium wilde, mocht je het niet. Jouw vader wist zogenaamd wel wat goed voor jou was. Je hebt je hier niet tegen verzet. Kennelijk is dat in jouw jeugd ontmoedigd. Je bent naar de leao gegaan. Je latere partner was hoger opgeleid dan jij en je keek daarom tegen haar op. Het heeft een rol gespeeld in je partnerkeuze. Zij had het niveau dat jij ook graag had wíllen en had kúnnen hebben.

“Opleiding was niet belangrijk. Leren interesseerde mijn ouders niet.” Jij deed gymnasium en leren interesseerde jouw ouders niet. Jij werd Miss Corso en uiterlijk interesseerde hen niet. Voor datgene waar jij je in onderscheidde, was geen waardering en daar heb je nooit bevestiging voor gekregen.

“Mijn ouders wilden dat ik medicijnen ging studeren. Als ik het zelf had mogen kiezen, zou ik architect hebben willen worden, in ieder geval bezig zijn met vormen en met kleuren.” De tweede partner van je vader ging ook medicijnen studeren en er ontstond rivaliteit tussen jullie doordat jouw vader jullie studieresultaten en studietempo met elkaar vergeleek. Hierdoor werd je onzeker, want je was bang het niet te redden. “Ik deed de studie alleen omdat mijn vader het van mij verwachtte. Ik wilde geen arts worden en zakte voor het laatste jaar. Zijn verwachtingen en bemoeienissen legden een grote druk op me, waardoor ik altijd met veel stress naar de examens toe ging. Ik ontwikkelde faalangst. De houding van mijn vader zie ik nu als een totale beroving van de mogelijkheid mezelf te zijn.”

Nog meer voorbeelden van deze vorm van cognitieve mishandeling zijn:

Er werd niet gesproken over wat jij wilde; je ouders dachten te weten wat goed voor jou was. Jullie zijn bijna allemaal het onderwijs ingerold. Je vader had zelf graag het onderwijs in gewild.

Je zou zelf niet deze beroepskeuze hebben gemaakt. “Ik ben erin gerold. Van een klant van mijn vader hoorde ik dat hij wel trots op me was.” Ik denk dat je deze winkel bent begonnen omdat je op deze manier onbewust loyaliteit zocht naar je vader. Op een andere manier zou je dat niet van hem gekregen hebben.

Je werkt in het door jouw grootvader opgerichte familiebedrijf. “Ik ben ‘het zoontje van’. Mijn vader wilde mij er ook in hebben. Ik had niks te vertellen.” Als ik je vraag of je het zelf ook gekozen zou hebben, vind je het “een moeilijke vraag” en weet je dat niet.

“Ik wilde iets in de elektronica doen, maar dat mocht niet van mijn vader.” Je hebt noch je eigen opleidingskeuze, noch je eigen beroepskeuze mogen doen.

Andere voorbeelden van deze specifieke vorm van cognitieve mishandeling zijn:

“Ik heb het niet gemist.” Daar gaat het niet om. Je weet ook niet wat je niet gemist hebt. Waar het om gaat is dat je nooit in de situatie hebt verkeerd om daar over na te denken. Je bent het familiebedrijf ingerold. Als er geen enkele druk en geen enkele verwachting was geweest en je had dan ook voor het familiebedrijf gekozen, was het een ander verhaal geweest. In jouw jeugd was niet belangrijk wat jij van iets vond en dat gold ook ten aanzien van je opleidings- en beroepskeuze. Zo gedraag je je nu nog: dat het niet uitmaakt wat je zelf van iets vindt.

Je hebt niet je eigen beroepskeuze mogen doen. “Ik ben mijn drive kwijt.” Logisch als je niet hebt mogen doen wat je wilde. Je hebt nooit enige drive gehad en die drive gaat er ook op die manier niet komen. “Ik zou graag acupunctuur of massage doen. Ik wil in ieder geval een vaardigheid met mijn handen doen.”

Jouw diepste wens was op pianoles te gaan. Jouw ouders onthielden jou je diepste wens, niet uit financiële overwegingen, maar omdat ze het niet nodig vonden.

Je hebt vijf jaar met tegenzin vioolles moeten volgen.

En tenslotte zijn er nog deze voorbeelden van deze specifieke vorm van cognitieve mishandeling:

“Ik werd nationaal kampioen en mijn ouders zijn nooit wezen kijken.” Wel schepten ze naar de buitenwereld toe over je op, want zo kregen ze aandacht. Ik zou dit een vorm van cognitieve verwaarlozing willen noemen.

“Mijn vader dreigde mijn studiebeurs te stoppen als ik niet doorging met pianolessen.” Jouw vader chanteerde je.

“Ik wilde vroeger heel graag pianospelen, maar het werd blokfluit.” Jouw ouders hebben jouw wens volledig genegeerd. Als er redenen voor waren geweest, bijvoorbeeld financiële, hadden ze er goed aan gedaan die aan je uit te leggen. Nu werd jou iets onthouden wat je enorm graag wilde, zonder dat je wist waarom. Als kind begrijp je dat niet en betrek je dat onbewust op jezelf, namelijk dat je het dan wel niet waard zult zijn.

Kortom: een aparte vorm van psychische/geestelijke mishandeling is het boven je kunnen moeten presteren of het niet mogen doen van je opleiding en/of je beroep naar keuze. Dit veroorzaakt veel verdriet in de jeugd en veel energieverlies en gemiste kansen later.

Als je je vicieuze cirkel wilt doorbreken, je belemmeringen wilt loslaten of alsnog je volledige ontwikkelingspotentieel wilt aanboren, ben je bij mij aan het juiste adres, want ik kan je daarmee helpen door middel van een Eendaagse Coaching.